Voorbereiding
Breng de wijn met de sjalot aan de kook. Laat volledig inkoken en vervolgens afkoelen.
Meng de ingekookte sjalot, samen met de mosterd, de peterselie, de look en limoenrasp onder de zachte boter. Kruid met wat peper en zout.
Halveer de witloofstronkjes en verwijder de harde kern. Bak de stronkjes in boter goudbruin. Bestrooi met de suiker, giet er een scheutje water bij en laat nog 8 minuten met het deksel op de pan en op een zacht vuur garen. Kruid met nootmuskaat, peper en zout.
Halveer de gekookte kreeften in de lengte, en maak ze schoon. Leg ze met de snijkant naar boven in een ovenschaal. Leg er royaal klontjes kruidenboter op en zet een zestal minuten onder een hete ovengrill.
Leg telkens een halve kreeft op een bord. Schep er het gebakken witloof bij en werk af met het basilicum. Geef er nog een limoenpartje bij.