Voorbereiding
Doe de bloem, het amandelpoeder*, de vanillesuiker en het zout in een cutter. Snijd het vanillestokje doormidden. Schraap het merg eruit en doe het mee in de cutter. Snijd de koude boter in blokjes. Doe de blokjes ook in de cutter samen met enkele blaadjes tijm. Cutter alles nu onder elkaar tot je een zanderige massa krijgt. Wanneer je in de massa knijpt, moet die blijven plakken. Kneed tot een bol. Wikkel in vershoudfolie en laat even opstijven.
Haal het deeg uit de folie. Strooi er wat bloem over en rol uit. Tip: je kan het gemakkelijk uitrollen tussen twee vellen bakpapier. Leg het deeg over de deegrol en leg het in een bakvorm met bakpapier. Bewaar het restje deeg dat over de rand van je bakvorm komt.
Bestrijk de bodem met abrikozenconfituur. Steek sterretjes uit het resterende deeg.
Verdeel de sterretjes over de abrikozenconfituur.
Bak de taart 30 à 40 minuten tot het deeg en de korst mooi krokant/goudbruin zijn.
Haal de taart uit de oven en laat die volledig afkoelen. Werk af met bloemsuiker.
*Maak zelf je amandelpoeder. Rooster de amandelen kort in de oven en hak ze fijn in de hakmolen.